Stichting of coöperatie voor uw zorginitiatief?
Veel initiatieven in de zorg hebben van oudsher een stichting als juridische vorm. Deze vorm is passend als er een ideëel doel wordt nagestreefd en er geen winstoogmerk is. Steeds vaker kiest men in de zorg echter voor de coöperatie bij nieuwe initiatieven.
Een stichting is een juridische organisatievorm die (meestal) een ‘goed doel’ nastreeft. De stichting heeft een bestuur als hoogste orgaan. Bestuursleden zijn meestal niet in dienst en ontvangen vaak alleen een vergoeding voor de gemaakte kosten.
Een coöperatie is eveneens een juridische organisatievorm. Het belangrijkste kenmerk ervan is dat een aantal leden samenwerken om een doel te verwezenlijken dat ze ieder afzonderlijk niet kunnen bereiken. De coöperatie streeft dus vooral een doel na dat het gezamenlijke belang van de leden dient. De financiële middelen worden dan ook vaak in eerste instantie door de leden zelf ter beschikking gesteld. De coöperatie heeft leden en een bestuur dat uit deze leden wordt gekozen. De algemene leden vergadering (ALV) is het hoogste orgaan in een coöperatie.
Je kunt stellen dat bij een stichting er meer een topdown proces plaatsvindt om een bepaald doel te bereiken. Bij een coöperatie is het juist een bottom-up proces. Bij een stichting is het bestuur de bepalende factor, bij een coöperatie zijn het de leden. Bij een coöperatie zijn de bestuurders zelf leden; bij een stichting zijn bestuurders vaak ideëel betrokken. Bij een stichting ligt het doel meestal buiten de organisatie, bij een coöperatie binnen de organisatie. De middelen worden bij een stichting overwegend extern betrokken, bij een coöperatie overwegend intern.
Er zijn grote veranderingen gaande in de zorg en er is veel vernieuwing nodig, aangezien de huidige situatie niet langer houdbaar is. Dagelijks lezen we erover in de krant: “behoefte van burgers zelf meer regie te voeren”, “stevige bezuinigingen”, “terugtrekkende overheid”. Bedrijven, organisaties en burgers werken steeds vaker samen om de gevolgen hiervan op te vangen. Dit gebeurt vaak in de vorm van een coöperatie. Met een coöperatie als samenwerkingsvorm moet bedrijfsmatig worden omgegaan van de wetgever. Het mag dus niet alleen een ideëel doel zijn dat wordt nagestreefd. Voor een zorgcoöperatie in de wijk is dat geen probleem, omdat zaken als centraal inkopen van thuiszorg, klussenbedrijf, etcetera goedkoper en kwalitatief beter geregeld kunnen worden. De coöperatie kan bijvoorbeeld voor de leden afspraken maken met de thuiszorg of met de gemeente over de WMO of voor bepaalde leden intermediair zijn richting het CIZ. Ook niet financiële zaken als vrijwilligerscoördinatie kunnen uiteraard gemakkelijker centraal vanuit de coöperatie worden geregeld.
Een coöperatie is van, vóór en dóór de leden terwijl een stichting geen leden heeft. Daardoor zijn bij een coöperatie de leden in elk geval goed betrokken en bepalen ze zelf wat er gebeurt. Binnen een coöperatie kunnen onderling zeer verschillende partijen toch prima samenwerken. Ook al zijn er wellicht verschillende soorten leden, de betrokkenheid kan goed zijn, doordat de leden een gezamenlijk belang binnen de coöperatie delen. Door dit gezamenlijk belang is de flexibiliteit om tot meer innovatie te komen met marktpartijen gemakkelijker. Voor grotere zorginstellingen kan zo bijvoorbeeld samenwerking met andersoortige zakelijke partners beter worden vormgegeven, o.a. voor innovatie en vernieuwing in vastgoed. Maar ook samenwerkingen tussen grote gelijksoortigepartners als ziekenhuizen zijn al middels een coöperatie vormgegeven. Hierbij is het voordeel dat de partijen zelfstandig blijven en samenwerken in een coöperatie en daar de gezamenlijke doelen delen.
Ontwikkelingen gaan steeds sneller en uitdagingen waar de zorg van morgen voor staat zijn groot. Hierbij is participatie van betrokkenen en een bottom-up proces richting samenwerking van groot belang. Elke situatie is anders en vraagt om maatwerk. Coöperatieve samenwerking kan een stevige impuls geven aan innovatie en het verwezenlijken van gezamenlijke doelen. De komende tijd verwacht ik daarom een verdere stevige stijging van het aantal coöperaties in de zorg. Ook is het mijns inziens goed voor bestaande stichtingen in het werkveld van de zorg te overwegen of een coöperatie niet meer bij deze tijd past voor de verwezenlijking van de doelstellingen.
Klaas Hobo blogt graag over zorg.