Coöperatie starten: deel 1 – De coöperatie als ‘Moetje’
Petra Wolthuis start samen met medebewoners een coöperatie voor plaatsing van zonnepanelen op hun dak. In haar blog houdt ze bij wat hierbij zoal komt kijken.
Deel 1: De coöperatie als ‘Moetje’
Een coöperatie starten. Wie kan daar nou op tegen zijn? Euh, ik. Vooral als die keuze mij min of meer door de strot wordt geduwd. Meer dan twintig jaar woon ik in een minuscuul 2-kamer appartement in hartje Amsterdam. Op de galerij groet ik de buren, sommige ken ik van gezicht, anderen van naam. Maar nooit doen we iets gezamenlijks of gezelligs. Individualisme ten top en daar is wat mij betreft helemaal niets mis mee. Zo had ik nog twintig jaar door kunnen leven als ik niet op een dag een uitnodiging van de bewonerscommissie van het pand aan de overkant in mijn brievenbus vond.
Zij willen dolgraag zonnepanelen. En het liefst op het dak van mij en mijn buren! Zij wonen namelijk in een monumentaal pand en daar mag niets op of aan gebouwd worden. Terwijl wij in zo’n lelijk betonnen geval wonen waar kraak noch smaak aan zit maar… jawel een plat dak heeft. In de brief worden wij als bewoners van het ongeorganiseerde zooitje, van harte uitgenodigd ook aanwezig te zijn bij de informatieavond.
En zo geschiedde het dat ik op een mooie maartse avond in het moderne pand van woningvereniging De K. luister naar een blije mijnheer van de zonnepanelen. Enthousiast vertelt hij dat wij als bewoners dankzij de zonnepanelen slapend rijk worden en dat we en passant natuurvriendelijk en duurzaam bezig zijn. En dit is nog maar het begin. In de toekomst volgen nog veel meer buurten.
We moeten een coöperatie starten
Om al dit moois te realiseren moeten wij –dus alle bewoners van de diverse wooncomplexen in onze omgeving-, een coöperatie starten. Zucht. Ik ken al die mensen niet en hoe doe je zoiets? De zonneman probeert ons gerust te stellen. Via een PowerPointpresentatie toont hij ronkende cijfers, flonkerende daken, blije mensen en vrolijke zonnetjes. Iedereen die meedoet met de coöperatie, legt eenmalig honderd euro in. Daarnaast moeten we een andere energieleverancier kiezen. Dankzij de panelen besparen we maar liefst twintig euro per jaar. Wat een winst! Ontkurk de champagne!
De georganiseerde huurders kirren echter van plezier terwijl mijn buren en ik vooral nadelen zien. Met name over de plaatsing van de panelen. Zo dik zijn die platte daken niet. Als een reiger op het dak landt, schudden de kopjes in de kast. En wat zijn nou de risico’s? Kan er lekkage ontstaan? Hoe zwaar zijn die dingen eigenlijk?
Een oudere dame van de overkant ergert zich aan ons. In haar ogen zijn wij partypoopers en milieuhaters. Ja hallo! Die glanzende zonneslurpers staan wel precies boven mijn hoofd! Om de gemoederen te bedaren, stelt de hoofdman van de overburen voor dat een paar lieden uit ons individualistisch platte dak-blok zich aansluiten bij hun club. Dan blijven we op de hoogte van de voortgang van de plaatsing van de zonnepanelen.
Hè? De plaatsing is toch afhankelijk van het uiteindelijke besluit van ons blok? Mijn buurvrouw lacht me uit: ‘Je dacht toch niet echt dat wij enige inspraak hebben? De panelen komen er sowieso. Dat staat los van wat wij willen. De vraag is alleen wie met de coöperatie meedoet en zo de energie via zonnepanelen krijgt.’ Ik vraag aan de Zonnepanelenman of dat klopt. Mijn buurvrouw heeft gelijk: het is slikken of stikken.
Wat een domper! Na de vergadering besluit ik lid te worden van de goed georganiseerde overburen. If you can’t beat them, join them. En ik doe mee met de coöperatie. Een ongewenst ‘Moetje’, maar wie weet ga ik er ooit van houden.